Korte geschiedenis
Het onderwijs in een Steinerschool is gebaseerd op de ideeën van Rudolf Steiner. De eerste Steinerschool werd opgericht voor de kinderen van de werknemers van de Waldorf-fabriek in Stuttgart. Vandaar dat Steinerscholen in sommige landen ook Waldorfscholen worden genoemd.
1923 : opening van eerste Steinerschool in Nederland (Den Haag).
1925 : opening van eerste Steinerschool in Engeland (East Sussex).
1928 : opening van eerste Steinerschool in de V.S. (New York).
1954 : opening van eerste Steinerschool in België (Antwerpen).
2016 : meer dan 1000 scholen wereldwijd die het volledige curriculum aanbieden en meer dan 2000 kleuterscholen.
Tegenwoordig vind je in meer dan 60 landen Steinerscholen. De Waldorf-Steinerpedagogie is daarmee vandaag internationaal gezien de grootste onafhankelijke educatieve beweging.
Vlaanderen telt momenteel18 vestigingen voor kleuter-en basisonderwijs en 6 vestigingen voor het middelbaar onderwijs. De Vlaamse Steinerscholen maken deel uit van het vrij gesubsidieerd onderwijs en worden dus gesubsidieerd door de Vlaamse Overheid en extern begeleid door het CLB (ze zijn verenigd in de federatie van Vlaamse Steinerscholen.)
Het kind centraal
Anders opgroeien
De ontwikkelingsfasen van het kind
Het is belangrijk om de ontwikkelingsfasen van het kind goed te begrijpen, zodat het deze verschillende vaardigheden ook goed kan ontwikkelen. Rudolf Steiner deelt de ontwikkelings- en de levensfasen van de mens in in periodes van zeven jaar, met nog kleinere fases in die grotere periodes. Door op die verschillende fasen in te spelen, kan het kind zich harmonieus ontwikkelen op fysiek, emotioneel, mentaal, sociaal en spiritueel vlak, en kan het zich vrij uitdrukken als mens.
De ontwikkelings- en levensfasen van de mens zijn schematisch in te delen in perioden van telkens zeven jaar. Elke fase heeft zijn specifieke wetmatigheden, kwaliteiten en vermogens, die een aangepaste aanpak vragen (zowel binnen opvoeding als onderwijs) voor een optimale ontwikkeling. Elk individu en elke periode vragen daarbinnen om een eigen nuancering. Afhankelijk van de ontwikkelingsfase zal in de Waldorf-Steiner pedagogie de nadruk meer liggen op de ontwikkeling van de motoriek, de ontwikkeling van het gevoelsleven als basis voor het sociale en het kunstzinnige, en de ontwikkeling van een onbevooroordeeld denk- en oordeelsvermogen. Opvoeding en onderwijs leggen zo mee de basis voor innerlijke vrijheid, verantwoordelijkheid en moraliteit.
De peuter- en kleuterklas
In de kleutertijd is het kind nog volledig op zichzelf gericht. Het ontdekt volop de wereld rond hem en oefent zijn motorische vaardigheden. Een kleuter leeft volledig in het hier en nu. Hij heeft nog geen boodschap aan klassiek cognitief leren. Een kleuter leert hoe hij kan zijn, hoe hij zichzelf als uniek persoontje kan manifesteren. Hij heeft ruimte en vrijheid nodig om een basisvertrouwen te ontwikkelen in zichzelf en in de wereld. Dat vertrouwen draagt hij dan zijn hele leven mee. Er is volop tijd voor vrij spel, zowel binnen als buiten.
Onze grote zorg moet in de kleutertijd uitgaan naar de gezonde ontwikkeling van de zintuigelijke vermogens, naar zinvolle gewoontevorming en naar het ritmiseren van het dag- en weekverloop.
Bovenal moet er veel ruimte zijn voor beweging, binnenshuis maar ook buiten.
De kinderen moeten tot hun zevende levensjaar de kans krijgen om hun lichamelijkheid ten volle te ontwikkelen in spel en beweging.
De kleutertijd is de gouden tijd waarin het kleine kind door middel van zijn rijke fantasie en zijn nabootsingskracht al spelend zijn vrijheid beleeft en zich ontplooit. Ook zijn wil wordt nu gevormd. Doordat onze kinderen in de klas zowel met jongere als oudere kinderen kunnen samenspelen en door het voorbeeld van de leerkracht, wordt het leren door nabootsen gestimuleerd. Dankzij de bijzondere aandacht voor schoonheid en harmonie, ritme en geborgenheid in het klasje ontwikkelt het kind zijn vertrouwen in het leven.
De lagere school
Tegen de tijd dat het klaar is voor de lagere school, is een kind ook klaar om te ‘werken’ en kennis op te doen. De klassieke kennisvakken zoals lezen, schrijven, rekenen, aardrijkskunde, enz … staan op het programma. De leerkracht betrekt de kinderen altijd actief bij deze onderwijsmomenten (lees verder in ‘leven op school’.) Daarnaast gaat er ook aandacht naar artistieke vaardigheden, zodat de kinderen zich ook op artistiek vlak kunnen uitdrukken. Tegelijkertijd is de lagere schooltijd ook een erg belangrijke periode op sociaal vlak. Het is de periode waarin kinderen hun sociale vaardigheden ontwikkelen. Tijdens de lagere schooltijd wordt de vooruitgang en de ontwikkeling van elk kind nauwgezet opgevolgd, zodat hun begeleiding indien nodig kan aangepast worden aan hun individuele noden.
Centraal staat de persoonlijke ontwikkelingsweg van elk individueel kind. De ontplooiing van zijn sociale, kunstzinnige en ambachtelijke vermogens is daarin even belangrijk als de ontwikkeling van zijn intellectuele vermogen. Hoewel context en erfelijkheid uiteraard mee een rol spelen in het leven van een kind, houdt de leerkracht vooral rekening met het kind zelf, dat gezien wordt als een mens met eigen talent, een eigen voorgeschiedenis en individualiteit. Waldorf-Steiner pedagogie is de kunst van het herkennen wat kinderen aan verborgen aspiraties met zich meebrengen en de kunst om een klimaat te scheppen waarin kinderen zich kunnen ontplooien.
Algemeen gesproken is onderwijs erop gericht om kinderen kennis en vaardigheden aan te leren zodat het later goed voorbereid kan deelnemen aan de maatschappij. Omdat echter niet te voorspellen valt hoe die maatschappij er in de toekomst uit zal zien, focussen de steinerscholen op eigenschappen die voor de leerling van belang zijn om zich later blijvend te willen en te kunnen ontwikkelen. Het leerplan van de steinerscholen is zo opgebouwd dat alle vakken in hun onderlinge samenhang deze ontwikkeling ondersteunen. Intellectueel, creatief, ambachtelijk en sociaal wordt het kind uitgedaagd om zijn persoonlijkheid te ontplooien. Leerstof is daarbij altijd middel en ontwikkeling het doel.
Een tijd voor alles en alles op zijn tijd
Het respect voor ritme en de ontwikkelingsfases van het kind staat centraal in de Waldorf-Steiner pedagogie. Zo kan het kind op een rustige en grondige manier kennis opdoen en krijgt het een solide basis mee voor wat volgt in de middelbare schooltijd.
De vreugde van nieuwe dingen te leren, het plezier van nieuwe dingen te kunnen en de nieuwsgierigheid naar nieuwe dingen maken een belangrijk deel uit van de menselijke ontwikkeling. Door de ontwikkelingsfases en ritmes in hoe het jonge kind leert te respecteren krijgt het een gevoel van veiligheid en zekerheid dat het zijn hele leven kan meedragen.
Klik hier voor informatie over cultuurbeschouwing in de basisonderwijs van de Steinerschool.